donderdag, februari 26, 2009

THE VENUS PROJECT

een betere wereld kan!, zet je talenten in, techniek is belangrijker dan geld..



DE VISIE VAN JACQUE FRESCO



EEN ECONOMIE GEBASEERD OP HULPBRONNEN

Bij een Economie die Gebaseerd is op Hulpbronnen ( EGoH ),
zijn alle goederen en diensten beschikbaar zonder gebruik van
geld, krediet of ruilhandel. Of zonder enig andere vorm
van schuld of dienstverlening.

Immers, binnen dat economisch concept zijn alle hulpbronnen
het erfdeel van alle bewoners van onze planeet. Ze behoren
niet exclusief toe aan enkele uitverkorenen.

De premisse van dergelijk economisch systeem is gebaseerd op
het feit dat onze aarde rijkelijk voorzien is van hulpbronnen. Met
daarbij de bedenking dat onze gewoonte om door middel van monetaire
methodes onze bronnen te rantsoeneren in feite irrelevant,
contraproductief en nefast is voor onze overleving.


MET DE HULP VAN GEAVANCEERDE TECHNOLOGIE

Een moderne samenleving heeft toegang tot hoog geavanceerde technologieën.
Ze voorziet zich bijgevolg moeiteloos in voedsel, kleding, huisvesting en medische
verzorging. Ze stuurt het onderwijs permanent bij en zorgt voor een
ongelimiteerde toevoer van hernieuwbare, niet-gifitige energie.

Dank zij een goed gestroomlijnde economie is ze bovendien in staat eenieder,
waar ter wereld ook, te laten genieten van een hoge levensstandaard.
Alle prettige voorzieningen van een hoogtechnologische
beschaving inbegrepen.

Met het oog op het verbeteren van de levensomstandigheden van iedereen,
exploiteert een EGoH de grondstoffen die zowel het land als de zee bieden, en
verwerkt die met behulp van de beste werktuigen en de meest efficiënte fabrieken.
Op die manier wordt in alle levensbehoeften probleemloos voorzien. Een
comfortabel leven voor iedereen is daarvan het onweerlegbaar gevolg.


LESSEN UIT EEN OORLOGSECONOMIE

Hou even het volgende in gedachten : in het begin van de Tweede
Wereldoorlog hadden de Verenigde Staten de beschikking over
hooguit een 600-tal treffelijke gevechtsvliegtuigen.

Niettemin bleken die Verenigde Staten vrij vlug in staat dit tekort achterwege te
laten, en meer dan 90.000 vliegtuigen per jaar te produceren. Waaraan lag dat ?
Wel, hun aanvankelijke vraag was : ' Hebben we genoeg fondsen om
onze oorlogsinstrumenten te bouwen ? '

Het antwoord was ' Neen, we hebben onvoldoende geld.
Evenmin hebben we voldoende goud. Máár, we hebben wél
voldoende grondstoffen. ' Het waren uiteindelijk de beschikbare
grondstoffen die het de VS mogelijk maakten een hoge en doelgerichte
productie op poten te zetten. En, de oorlog te winnen.

Jammer genoeg wordt dit alleen maar ten volle begrepen in tijden van oorlog.


HOE GRENZEN VERVAGEN

Onvermijdelijk verdwijnen in een EGoH alle kunstmatige grenzen die
ons onnodig van elkaar scheiden. Als simpel gevolg van het feit dat alle
hulpbronnen gemeenschappelijk erfgoed zijn. Uiteindelijk leidt dit
tot de eenmaking van alle naties van deze wereld.


EEN ANDERE BESTUURSFILOSOFIE

Het spreekt voor zich dat de benadering van een globaal bestuur binnen
een EGoH niets gemeen heeft met de huidige bedoelingen van een elite om
een wereldregering te leiden met aan het roer slechts henzelf, en enkele grote
maatschappijen. Terwijl ondertussen de overgrote meerderheid
van de bevolking ondergeschikt aan hen blijft.

Onze visie van globalisatie stelt iedereen in staat waardig te leven,
zeg maar, de beschikking te hebben over alle mogelijke goederen en
diensten. Wat wat anders is dan zich in de meest miserabele
omstandigheden moeten onderwerpen aan een of
ander meedogenloos bedrijfsbelang.





MAXIMALE ONTWIKKELING VAN IEDERS CAPACITEITEN

De realisatie van het EGoH-concept verhoogt niet alleen het basale
welbevinden van de mens. Het verschaft daarenboven kennis en middelen
om optimaal te participeren in die domeinen waarin men het meest getalenteerd is.
De maatstaf van succes is voortaan gebaseerd op het bereiken van bevrediging
in individuele activiteiten, of in eigen of collectieve creaties. Of in het plezier
in het (levens)werk. Succes is niet langer de weerspiegeling van het
vermogen om weelde, eigendom of macht te verwerven.


DE DUIDELIJKE OORZAAK VAN CRIMINALITEIT

Zoals al gezegd beschikt onze wereld ook nu al over meer dan genoeg
hulpbronnen om iedere burger van een hoge levensstandaard te verzekeren.
Slechts wanneer een populatie de draagkracht van zijn land of grond overschrijdt,
ontstaan problemen als hebzucht, misdaad en geweld. Door het voorkomen
van schaarste blijven de meeste misdaden achterwege en worden
gevangenissen, zoals we die nu kennen, compleet overbodig.


ABSOLUTE ZORG VOOR HET MILIEU, EN TOCH MEER COMFORT

Een EGoH intensiveert onmiskenbaar onze pogingen om nieuwe,
zuivere en hernieuwbare energiebronnen te ontwikkelen zoals geothermische
energie, gecontroleerde fusie, zonne-energie, photo-voltaïsche energie, wind-,
golf en getijden-energie, tot zelfs brandstof uit de oceanen. Het is zelfs mogelijk
om in zodanige mate ongelimiteerde hoeveelheden energie te winnen, dat we
ons gedurende duizenden jaren geen zorgen meer hoeven te maken.
Althans, op dat vlak toch niet meer.








Daarenboven stimuleert een EGoH het herontwerp van steden,
transportsystemen en industriële bedrijven zodat ze energie-vriendelijker
worden en beter aan de behoeften van de mens beantwoorden.

Een ander voordeel van dit type economie is dat technologische intelligentie
doeltreffender toegepast wordt. Wat lijdt tot een efficiënter energieverbruik
en een aanzienlijke vermindering van verspilling.
En, een toename van vrije tijd.

Door een geautomatiseerde inventaris op wereldschaal kan een betere balans
aangehouden worden tussen productie enerzijds, en distributie anderzijds.

Een ander gevolg van een EGoH is dat er nog
uitsluitend gezond voedsel beschikbaar is.

Ingecalculeerde veroudering van producten, waarbij mensen hun goederen
steeds moeten vervangen, wegens zogezegd versleten, is niet langer nodig.
Zulks is zelfs niet langer denkbaar.


GROTE OPKUIS IN GEEN MEERWAARDE BIEDENDE BEROEPEN

Naargelang beroepen, typisch voor een monetair economisch
systeem, zoals dat van advocaat, bankier, verzekeringsagent, verkoper
of effectenmakelaar overbodig worden, zal heel wat verkwisting van tijd,
energie en intelligentie die daar mee gepaard gaat, ophouden.

Op dezelfde manier wordt, wanneer we niet langer producten
totaal zinloos van elkaar kopiëren, een significante hoeveelheid
energie uitgespaard. Denk daarbij aan de eindeloze versies en
varianten van veel dagelijks producten. Keuze is oké. Maar in
plaats van verschillende honderden modellen te fabriceren,
mede al het onvermijdelijke papierwerk en het personeel
dat er voor ingeschakeld moet worden, zijn enkele
varianten van de hoogst gekwalificeerde versies
al meer dan genoeg om iedereen
tevreden te stellen.


ONZE VOORNAAMSTE HULPBRON

Ons enig, schijnbare tekort is gebrek aan creativiteit en
intelligentie, zowel bij onszelf als bij onze verkozen leiders
om problemen op te lossen. Onze meest waardevolle,
vandaag nog nauwelijks aangesproken hulpbron, is
onze menselijke vindingrijkheid.


DE ESSENTIE VAN GELD is NUTTELOOSHEID

Door eliminatie van alle schulden van alle mensen is de kans dat
iemand ' zijn werk verliest ' niet langer een beangstigende bedreiging.
Deze geruststelling, samen met de scholing in hoe we betekenisvoller met
elkaar kunnen omgaan, zal zowel onze mentale als fysieke stress drastisch
verminderen. Het zal ons bovendien in staat stellen om onze meest persoonlijke
talenten nog beter te ontwikkelen en te exploreren.

Als de gedachte aan de eliminatie van geld u daarbij nog altijd een
ongemakkelijk en moeilijk verteerbare stelling lijkt, overweeg dan even dit :
wanneer een groepje mensen, in bezit van goud, van diamanten en van
geld zou stranden op een eiland dat over geen andere hulpbronnen
beschikt dan voedsel, schone lucht en water, dan zou hun weelde
van geen enkel nut zijn voor hun overleving.

Het is niet eerder dan wanneer hulpbronnen als schaars worden
beschouwd, dat geld gebruikt wordt om een herverdeling te controleren.
Niemand is in staat, bij wijze van voorbeeld, om de lucht, of het overvloedige
water van een bergrivier te verkopen. Alhoewel lucht en water zeer waardevol zijn,
zelfs onmisbaar, zullen ze, als ze overvloedig zijn, nooit verkocht geraken.

Geld kan alleen maar belangrijk of waardevol zijn in een samenleving
waar sommige hulpbronnen, nodig om te overleven gerantsoeneerd worden,
en de mensen geld aanvaarden als een uitwisselingsmiddel
voor die veronderstelde schaarse goederen.

Geld is een sociale conventie, een overeenkomst, een afspraak als je wil.
Het is geen natuurlijke hulpbron. Noch vertegenwoordigt het er een.
Het is verre van een noodzakelijk goed om te overleven.
Tenzij we geconditioneerd zijn om te geloven en
te aanvaarden dat dat wel zo is.
---

woensdag, februari 25, 2009

voor "K"


Wat weten we en hoe weten we dat?

Harry Young:

De kennis die we bezitten heeft alles te maken met herinnering. Zelfs het gevoel van onze eigen persoonlijke identiteit vertegenwoordigt verzamelingen individuele gedachten die we ons van moment tot moment herinneren. Dit houdt in dat veel van wat we weten, uiteindelijk voor ons verloren zal gaan, om te worden vervangen door nieuwe kennis, nieuwe herinneringen. Deze zullen op hun beurt ook worden vervangen: een eindeloze cyclus van vergeten en zich herinneren.

Het blijvende anker dat ons continuïteit verschaft maakt zich kenbaar als ons besef van individualiteit, het gevoel van ‘ik ben’, dat niet is veranderd sinds wij kinderen waren en zelfs niet zal veranderen op onze laatste dag in dit leven. In het hindoeïsme wordt het atman genoemd, en het is het deel van ons dat niet door een nieuwe herinnering kan worden vervangen, het deel dat weet en begrijpt en is gemaakt van materiaal dat niet kan worden vernietigd. Theosofisch gesproken vormt dit besef van een zelf, samen met spiritueel bewustzijn en denkvermogen, een drie-eenheid die de blijvende of ‘werkelijke’ mens is. We bezitten allemaal verschillende kennis – herinneringen aan plaatsen, mensen, omstandigheden en voorwerpen – omdat we allemaal verschillende dingen hebben gedaan. Maar het gevoel van individualiteit, van op zichzelf te bestaan, is voor jou hetzelfde als voor mij, en in feite voor elke persoon die ooit heeft geleefd. Het is een universeel besef, en volgens de getuigenis van de grootste geesten van de mensheid is wat we voelen een miniem deel van het bewustzijn van het oneindige universum. Soms voelen we ons ermee verbonden en dan zijn we tevreden en blij. Wanneer we onder druk staan of ons harde werk willen onderbreken, dan zoeken we daar ons heil om nieuwe energie te krijgen. Er bestaat geen vervangmiddel voor.

Veel van wat we denken te weten is wat anderen ons vertellen. Ik heb nooit door de ruimte gezweefd en geconstateerd dat Venus de planeet is die zich het dichtst bij de aarde bevindt. Maar astronomen zeggen dat het zo is en het is aan mij om ze al of niet te geloven. Hoeveel van ons wereldbeeld bestaat uit wat anderen ons vertellen, en hoeveel is gebaseerd op wat we zelf hebben waargenomen en geleerd? Wat belangrijker is, welke van deze keuzemogelijkheden laten we de grootste invloed uitoefenen op wat we denken, zeggen en doen? Ik heb veel mensen over reïncarnatie en karma horen spreken als feitelijkheden en vervolgens horen uitleggen hoe ze werken. Ik heb dat zelf ook gedaan. Maar weten we werkelijk waarover we spreken? De werking van karma kan worden gezien en heel gemakkelijk worden aangetoond, maar hoe is dit bij reïncarnatie? Wie van ons heeft in gedachten bewust het uitgebreide panorama van geleefde levens opnieuw afgespeeld en de tijd die tussen levens werd doorgebracht? Zouden we verstandelijk en emotioneel het vermogen hebben om de vreugde en pijn die we hebben ervaren te doorstaan, om daarna ongedeerd uit dit proces te komen en te zeggen dat we nu de waarheid over reïncarnatie kennen?

En toch is de constitutie van de mens verfijnd en volmaakt uitgebalanceerd, zodat elk deel de vibratie van de andere kan voelen. Onze eeuwigdurende aspecten gaan nooit slapen, maar zijn voortdurend actief en zich bewust, 24 uur per dag, 365 dagen per jaar, leven na leven – bestaande uit een cel of eenheid van bewustzijn die altijd heeft geschitterd en dit altijd zal doen. Dit is de bron die kracht geeft aan onze overtuigingen van spirituele waarheden.

Als een ervaring intens is, wordt deze bij ons ingebrand, en vaak voelen we dit als pijn. Wat we dan zelf ontdekken over de natuur en over hoe we functioneren is belangrijker dan de onbeduidende zaken waarvan we dagelijks kennisnemen, omdat de vrucht van de pijn een deel van ons wordt en van leven tot leven bij ons blijft. ‘Waar geen strijd is, is geen verdienste’, schreef H.P. Blavatsky in De Geheime Leer. Verdienste is een boeddhistisch denkbeeld, dat ruwweg betekent dat wat we voor onszelf hebben verzameld door toegewijde dienstverlening, lijden, of zelfopoffering ons van pas zal komen in dit of in toekomstige levens. Verdienste is een aardse beloning en komt ons alleen ‘uiterlijk’ ten goede. Om innerlijke, spirituele waarde te verkrijgen kan ze echter worden omgezet in ‘deugd’ door haar op te dragen aan anderen. De werkelijke waarde van een ervaring zal alleen bekend zijn aan onze innerlijke natuur, en het resultaat ervan zal zich vaak slechts zwakjes kenbaar maken in de vorm van een indruk, inzicht, inspiratie, of intuïtieve drang. Deze indrukken of neigingen zijn het resultaat van verdiensten die in ons zijn opgeslagen, afkomstig van mensenlevens van ervaringen in de fysieke rijken. We herinneren ons niet in detail iedere persoon die we hebben ontmoet, maar we herinneren ons wel indrukken die mensen bij ons achterlaten. Evenzo herinneren we ons niet bewust de details van de gebeurtenissen van levens geleden die eraan hebben bijgedragen om onze spirituele deugden te vormen (en die hebben we allemaal), maar we voelen wel hun kracht die herinneringen bij ons inprent als we op het punt staan ons in een soortgelijke situatie te begeven, hetzij als een intuïtieve inspiratie of als een boodschap van de stem van het geweten, met de belofte van een glimp van de waarheid als we zorgvuldig luisteren en vervolgens dienovereenkomstig handelen.

In De Sleutel tot de Theosofie, gaat Blavatsky uitvoerig in op enkele platonische ideeën over geheugen: het zich te binnen brengen (Engels: recollection), zegt ze, is het zich bewust herinneren, wat soms gemakkelijk is, en soms wordt teweeggebracht door ‘pijn en inspanning’; herinnering (Eng.: remembrance) is een onbewuste herinnering waarbij een voorwerp (schijnbaar) spontaan weer in het geheugen opkomt; reminiscentie (Eng.: reminiscence), daarentegen, is het ‘geheugen van de ziel’, ons besef dat we eerder hebben geleefd en opnieuw zullen leven, dat sommige ervaringen vertrouwd zijn, dat er meer in het leven is dan alleen de stoffelijke wereld. Alles wat we in dit leven ervaren wordt vastgelegd in onze innerlijke natuur, in ons spirituele geheugen, dat van leven tot leven voor ons beschikbaar is.

Daartegenover staat dat alle herinneringen aan ons huidige leven, en alle kennis die we erover hebben, uit ons denkvermogen zullen verdwijnen wanneer we sterven. Wat gebeurt er dan? Sommigen zouden zeggen dat herinneringen van het leven dat net is geëindigd niet worden vergeten door de persoon die zojuist is overleden. Mediums geven informatie door waarvan zij en de getroffen familieleden denken dat deze rechtstreeks van de overledene komt. Terwijl de feiten die worden onthuld over mensen, plaatsen, omstandigheden of voorwerpen inderdaad waar kunnen zijn, zijn er andere opvattingen over wat er plaatsvindt. De overledenen gaan na de dood door veel stadia en leggen lagen van bewustzijn af tot alleen de onsterfelijke aspecten overblijven om zo een gezegende rust te ervaren tussen levens, waarbij de spirituele aspiraties van het zojuist geleefde leven opnieuw worden beleefd en worden verfraaid. De lagere lagen van het bewustzijn, de substantie van aardse gedachten en herinneringen, blijven dicht bij het fysieke gebied hangen tot ze zelf uiteengaan of opnieuw tot leven komen door iemand die met hen in contact komt. Ze zijn net zo illusoir en bedrieglijk tijdens de dood als tijdens het leven.

Het lijkt er dus op dat ondanks onze nauwe verbondenheid met de gedachten die we in ons meedragen, zij ons niet toebehoren – we gebruiken en herinneren ze ons alleen maar een tijdje. Wat blijft en een deel van ons is, is de ervaring die we hadden toen die gedachten op ons werden afgedrukt. Het leiden van het leven zelf, waarbij we ons trouw overgeven aan de taken die zich ontvouwen in het dagelijkse karmische draaiboek, is voldoende om ons af te houden van bedrieglijke zijpaden. Om te proberen de waarheid te bereiken – het wat, waarom en hoe van het bestaan – vormt een eindeloze reis. Als we geduld hebben, komen waarheid en blijvende kennis onaangekondigd.


__________________________________________________